Echt zomer is het nooit geweest natuurlijk, maar de afgelopen week beet ze toch nog even flink van zich af. Een piepklein nazomertje (ik noem het ook wel voor-herfst) die, in lijn met de kwaliteit van de echte zomer, precies op de werkdagen viel. Althans, voor de meeste mensen dan. Nadert het weekend, dan daalt het kwik en stijgt de hoeveelheid neerslag. We zullen het er maar mee moeten doen. Alhoewel een paar nazomermuggen wel een dappere poging doen kan ik er niet echt wakker van liggen. De herfst nadert. Als je door het bos loopt zie je de eerste beginselen: een vroege paddenstoel, een hitsig hertje of de eerste dwarrelende bladeren. Het kan mij niet snel genoeg gaan: de herfst is met afstand mijn favoriete seizoen.
Het enige wat dat kan overtreffen is een échte winter. Zeg maar zo’n weekje als we afgelopen februari hadden, maar dan twee maanden lang. De kans op een bevredigende herfst is echter (helaas) vele malen groter. Sommige mensen gruwen ervan, dat is hun goedrecht, maar reken niet op mijn begrip. Wat gaat er nou boven een lange wandeling door een geurig herfstbos, afgetopt met een vers bockbiertje bij een knisperend haardvuurtje in de achtertuin? Precies. Enkel een warme choc met rum na een middag schaatsen kan daar, heel misschien, aan tippen.
Maar niet alleen dat, ook de camera houdt van de herfst. De kleuren, het licht, de ochtendnevel. De bomen, de paddenstoelen, de lage zon. Alles wordt één groot kodakmoment. Juist dit seizoen ga ik er het liefst op uit in de vroege ochtend of de namiddag. Zeker ’s ochtends is het lichtspel soms fenomenaal als de zon door de ochtendnevel breekt en haar stralen als harpen door de bomen laat fonkelen. De guilty pleasure van elke fotograaf. Zeker als je er een goed model aan toevoegt of voor de echte natuurfotografen: een bronstig edelhert. Honderden likes zijn direct gegarandeerd als je met zo’n plaat thuiskomt. Dicht bij huis vinden we de foto hotspot van Nederland in dit seizoen: het Speulderbos bij Drie. Elk jaar doe ik er een plichtmatig bezoekje maar na drie struikelpartijen over loslopende medefotografen en een uurtje in de rij staan voor een plaat van de zonneharpen over de Drieërweg ben ik direct weer genezen.
Liever zoek ik de minder voor de hand liggende plekken op of banjer ik urenlang door het Leuvenumse Bos. Dit jaar neem ik Maud natuurlijk voor het eerst echt mee. Ze is inmiddels he-le-maal aangestoken door het bos-banjer-virus. Met haar kersverse laarsjes springt ze van plas naar plas. In de wagen wil ze absoluut niet meer. Een kind van haar vader dus, dat kan niet missen. Ik kan bijna niet wachten tot de herfst écht gaat beginnen!