Hij staat met waterafstotende rode stift dik omcirkelt in de agenda. Hij past in het rijtje 7 juli 1974, 25 juni 1978, 25 juni 1988, 24 mei 1995, 4 augustus 1996 en 11 juli 2010 (leuke quizvraag voor bij het kerstdiner: wat was er aan de hand op deze data?). Alle afspraken zijn afgezegd, de telefoon gaat uit en de voordeur op slot. Vrouw en kind sluit ik zorgvuldig buiten, zij komen mijn zorgvuldig rondom de TV gebouwde fort mooi niet in. Althans, niet tenzij ze plechtig zweren geen domme vragen te stellen over DRS en netje stil zijn en niet op papa gaan klimmen. Dames en heren, het is de zondag der zondagen. De zondag van de ontknoping der ontknopingen. De grande finale van de koningsklasse van de autosport. Het is de zondag van Max versus Lewis. Het is zondag 12 december 2021.
Ik smul van elk interview, luister elke podcast en absorbeer elke gerelateerd artikel van a tot z. Ik heb zelfs een echte hoodie en een pet, Maud inmiddels ook. Zit ik in de auto, dan rij ik net iets sportiever dan normaal. Ik voel me een beetje Frank Lammers uit de Jumbo reclame. Een net ietsje te hoog fanboy gehalte dus. Maar het kan me niet schelen. Elke raceliefhebber wereldwijd is in de ban van deze race. De regerend kampioen versus zijn uitdager, de koning versus de kroonprins, de strijd der giganten.
Vooruit, een tikje overdreven. Maar heel eerlijk, ik ben er oprecht wat nerveus voor. Ik ben een sportliefhebber pur sang, kijk bijna alles en als de strijd op zijn hoogtepunt is kan ik van elke sport genieten. Ik houd gewoon van die strijd tussen twee of meerdere mensen of teams die hun talent, doorzettingsvermogen en ongeremde wil om te winnen weten in te zetten om het hoogst haalbare te halen. In Nederland is de opvatting vaak dat iemand arrogant is, als hij of zij zegt de allerbeste te willen zijn. Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg. Bescheidenheid siert de mens. Leuk dat je de beste wilt zijn, maar meedoen is belangrijker dan winnen hoor.
Ik denk dat we allemaal ietsje meer Max zouden mogen hebben. Iets meer de wil om te winnen, iets meer kampioen willen zijn en iets minder troostprijzen uitdelen. Meer knikkers, minder spel. Verliezen hoort er gewoon bij, je wordt er hard van en je wordt er beter van. Geen enkel kampioen kwam op eenzame hoogte zonder een keer gigantisch op zijn of haar smoel te gaan. Of zonder een gezonde arrogantie ten toon te spreiden. Bescheidenheid siert de mens, maar dat ontslaat je niet van de plicht om de allerbeste te willen zijn als je wilt winnen. Juist daarom is Max zo on-Nederlands goed. Hij denkt zo. Hij wil de beste zijn en doet daar alles voor. Echte alles. Alleen kampioen zijn telt, al het andere is gewoon verliezen.