Vooropgesteld, ik heb zelf een heel behoorlijk bijdrage gedaan aan het vermogen van Philip Morris. En ook nog een bescheiden duit in het zakje van de firma Van Nelle. Had ik dat niet gedaan, dan had ik van dat sponsorgeld nu een hele leuke auto kunnen rijden èn deze moeiteloos kunnen aftanken tegen de huidige exorbitante prijzen. Mits ik het niet in andere hobby’s had gestopt, maar dat spreekt voor zich. En aangezien we allemaal weten dat ik dat wel had gedaan, heb ik het maar opgerookt. Ik rookte mijn eerste sjekkie toen ik vijftien was en mijn laatste Marlboro drukte ik alweer ruim vier en een half jaar geleden uit. In Nijkerk. Om half tien ’s avonds. Om maar aan te tonen hoeveel impact dat moment had.
Vandaag de dag mis ik het roken absoluut niet meer. Sterker nog, ik ben oneindig blij dat het me gelukt is er af te komen destijds. Ik zou het ook niet meer kunnen betalen tegenwoordig, maar dat terzijde. Sinds ik roken achter mij liet lijkt het wel iets wat ook eigenlijk een beetje ‘not done’ meer is. Passé, uit de mode. Klaar. Kan niet meer. Staat niet meer. En dat gevoel heb ik eigenlijk altijd als ik andere mensen zie roken. Ik vind rokers dan een beetje sneu, hoewel ik dat eigenlijk helemaal niet wil vinden. Maar het voelt gewoon zo. Arme verslaafde, denk ik dan. Ik ben de ex-roker waar ik vroeger als roker een broertje dood aan had.
Maar er zijn ook zat momenten dat ik rokers niet sneu vind, maar dat ik ze eigenlijk diepdroevig vind. Als je bijvoorbeeld een sjekkie aan het roken bent terwijl je meeloopt als ouder bij de avondvierdaagse. Verzin ik dat? Nee, helaas niet. Afgelopen week liep het wandelfestijn eindelijk weer, na 2 jaar corona absentie, in een lange bonte stoet door de Harderwijkse straten. We zaten weer prinsheerlijk mensen te gluren op het bankje voor ons huis toen er dus doodleuk een meeloop-ouder, met een kind aan zijn arm, te midden van een hele schoolklas zingende koters al lurkend aan zijn sjekkie voorbijkwam. Als ik een gebit had was het van verbazing uit m’n giechel gevallen.
Ik ben dus die irritante ex-roker die elke nog-roker even precies vertelt hoe hij of zij moet stoppen. De ex-roker waar ik zelf een bloedhekel aan had toen ik nog dagelijks mijn bijdrage aan meneer Morris overmaakte. En ik overdrijf enorm over andere rokers, ook dat. Ik heb ook een enorme opdringerige mening over roken als je kinderen hebt of waar ze bij zijn. Ik ben gewoon een zeikerd. Maar zeg nou zelf, roken te midden van een schoolklas tijdens de avondvierdaagse: dat gaat gewoon niet. Dat kan niet. Dat doen we niet. Punt uit die peuk.