Eerst een wankel stapje. Dat werden al snel twee wankele stapjes en een dag later waggelde ze als een onzekere Bambi van papa naar mama en terug. De laatste 2 stapjes van die oversteek waren meer een duikeling in ons armen, maar toch: weer een mijlpaaltje afgevinkt. Inmiddels zijn we anderhalve week verder en rent ze zonder aarzeling rondjes “zesendertig nul” rond door de woonkamer. We hebben voor de zekerheid maar een inschrijfformuliertje van de lokale atletiekvereniging Athlos gedownload. Papa mag dan wel vliegangst hebben maar voor de nieuwe Daphne Schippers vlieg ik wel een keertje naar de Olympische Spelen over een jaartje of twintig.
Aangestoken door mijn dochter heb ik zelf de hardloopschoenen ook maar weer afgestoft. Na een maandje of twee vol excuses en iets te veel paaseitjes moeten we weer aan de bak. Tenslotte staat de lente op het punt van beginnen en komt dat bikinilichaam er niet vanzelf. Hardlopen, bootcampen en elke dag een “ommetje” tijdens de lunchpauze. Biertje minder in het weekend, pure paaseitjes in plaats van witte en de hashtag fitdad modus kan weer aan.
Als ik hardloop heb ik een vast rondje wat ik al naar gelang de vorm van de dag uitbreid of heel snel afraffel. Vaste prik is echter altijd de boulevard en uiteindelijk een (gedeelte) van het Zeepad. Elke keer als ik daar loop passeer ik het woonzorgcentrum Randmeer. Elke keer denk ik bij mijzelf: daar wil ik wel wonen als het niet meer zelfstandig lukt. Met vrouwlief, waarschijnlijk een kat of twee en een prachtig uitzicht over het Wolderwijd en het zeepad.
Helaas. De boel gaat tegen de vlakte. Een snelle blik op de nieuwbouwplannen leert mij al snel dat dat iets minder lekker loopt. Een blok beton van twaalf verdiepingen aan de waterkant met in zijn schaduw twee lagere panden. Zeker, dat uitzicht van die voorste toren zal fantastisch zijn. Maar je moet het gewoon niet willen toch? Op zo’n authentieke locatie een gedrocht van twaalf hoog neerplempen. Een gedrocht? Ja, een gedrocht. Want zo’n gebouw bouwen ze zelden onder het motto “omdat het oog ook wat wil”.
Harderwijk is de afgelopen twee decennia zo enorm opgeknapt. De boulevard is fantastisch aangepakt, de Wijde Wellen worden schitterend. Daar kunnen veel steden nog een puntje aan zuigen. Renoveren, vernieuwen en toch de authenticiteit van de stad bewaren. Dat lukt maar zelden… Maar als je het mij vraagt moeten we wegblijven van hoogbouw. Kijk naar de vuurtoren. Niet absurd lelijk, maar het past ons niet. Aan het Zeepad past gewoon geen flat van twaalf verdiepingen.
Als Maudje straks in de nadagen van haar Olympische carrière dus een rondje over het Zeepad holt, zal ze niet naar papa en mama en de twee katten zwaaien die in de late middagzon een flesje Bourgogne wegslurpen. We moeten op zoek naar een nieuw rustoord voor later.