Column – Huisje, boompje, beestje

Posted on

Dat het tussen mij en mijn vrouw echt liefde is, blijkt alleen al uit het huisje waar wij de eerste vier jaar van onze relatie hebben gewoond: een studiootje aan de Vischmarkt van een vierkante meter of vijftig (inclusief de vide). En dat inclusief Vino (onze kater, niet naar het waarom van de naam vragen) en in de laatste paar maanden aan de Vischmarkt kwam Donna (poes) er ook nog gezellig bij. Geloof mij, dan moet je elkaar echt wel heel erg aardig vinden hoor. Misschien waren die katten nog wel blijer dan wij, toen we eindelijk een grote mensen-huis met een heuse achtertuin betrokken.

Nu, ruim drie jaar en een dochter verder, zijn we nog steeds blij met ons optrekje maar knelt het ook regelmatig. Eigenlijk missen we één of twee kamers en iets meer tuin voor Maudje is ook wel fijn. Stiekem zou ik ook nog wel een garage willen, die ik tot fotostudio kan ombouwen. Maar dat hoeft vrouwlief niet te weten. En stel nou, er komt nog zo’n klein monstertje bij straks. Dan moet papa zijn thuiswerk zolder misschien wel inleveren en moet die was- en kleedkamer omgebouwd worden tot babykamer. Zou kunnen, zeker, maar kost ook een hoop geld.

Dus gingen we eens om ons heen kijken. Of we misschien een ander huisje konden vinden. Ik zeg u: ik heb in Funda tot viermaal toe ingevoerd dat ik in Harderwijk wil wonen. Ik denk echter dat ik iets fout deed, want ik kreeg louter Wassenaarse prijzen te zien. Lichtelijk geïrriteerd belde ik de makelaar, maar die bevestigde doodleuk wat ik op Funda had gezien. Harderwijk is echt het Saint-Tropez van de Veluwe geworden en het waterfront de nieuwe grachtengordel. Het goede nieuws is dat ons huisje ook een dikke smak geld meer waard is, al heb je daar weinig aan. Totaal ontdaan hing ik op. Het blijkt dat Harderwijk langzaam wordt opgekocht door de stedelingen uit het westen des lands?

Als autochtone Harderwieker is verhuizen, of überhaupt een huis kopen, gewoon bijna onmogelijk tegenwoordig. En vind je dan eindelijk een huis, dan mag je nog een duizendje of tien, twintig of zelfs meer over de prijs bieden om überhaupt kans te maken. Als doorstromer kun je nog wel wat, je hebt immers ook iets te verkopen. Maar die arme starters, die het moeten hebben van huizen als de onze, hebben geen schijn van kans. Laat ik eerlijk zijn: wij zijn geen grootverdieners, maar voor startende twee verdieners met een beetje modaal inkomen is ons huisje ook bijna niet meer op te hoesten.

Vanochtend heb ik dus maar wat belletje gedaan. Misschien moeten we dan toch maar gaan klussen. Dan maar geen fotostudio, die tuin passen we wel wat aan en die werkplek in de woonkamer went ook wel weer zolang Covid ons daartoe nog noopt.

One Reply to “Column – Huisje, boompje, beestje”

  1. Zelfs in Den Helder, Delfzijl en Hoensbroek zijn de prijzen hoog… troost je… het zijn bizarre tijden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *