De ‘ik-cultuur’. Het is een term die ik onlangs ergens tegenkwam en waarbij ik eigenlijk direct dacht: dit is het woord dat ik al maanden zoek. Het belichaamt alles wat er op dit moment mis is met de verrotte maatschappij waarin we leven. Het vertelt in 2 woorden wat ik in 100 columns nog niet zou kunnen uitleggen. We leven in het tijdperk waarin het individu zichzelf belangrijker vindt dan ooit. Ik vind dit en dat en dus is dat zo en het interesseert me geen bal wat een ander ervan vindt. Ik ga een feestje geven want ik heb daar recht op en ik lig er geen seconde wakker van dat de hele buurt daarvan wakker ligt. Ik ga geen rekening houden met anderen want ik vind dat ik het recht heb om te doen wat ik wil. Een beter milieu begint absoluut niet bij mij en het interesseert me absoluut niet dat ik onderdeel ben van een samenleving. Voilà, de ik-cultuur.
Het is het failliet van samenhorigheid en de ondergang van de vredige samenleving. Het is de parasiet van de democratie en de reden dat ons land zo hard polariseert dat zelfs de jaren ‘60 er het schaamrood van de op de wangen krijgen. We kennen geen enkele nuance meer in onze eigen mening en drukken die overal maar door. Het is niet enkel een modeverschijnsel van deze tijd, het is iets wat langzaamaan in onze verwende cultuur lijkt te sluipen. De digitalisering en de vereenzaming draagt daarbij misschien wel in verregaande mate bij, immers werkt dit het onttrekken aan de fysieke samenleving regelrecht in de hand. In de opvoeding raken kinderen het gevoel met een echte samenleving kwijt, niet in de laatste plaats door de verwarring met een online omgeving. Bovendien leren ze dus niet meer welke impact hun gedrag en handelen op die ‘echte’ samenleving heeft.
Ik werd een tikje overdonderd door de bovenstaande lawine aan gedachten die het woordje ‘ik-cultuur’ bij mij opriep. Het is wel exact het onderbuikgevoel dat gewoon een beetje in ons sluimert. Een soort constante onvrede over dingen die overal om ons heen gebeuren en waarvan we niet echt weten waarom het iets met ons doet. En nu weten we het: het is de ‘ik-cultuur’ die ons meer en meer gaat tegenstaan. We hadden er alleen nog geen woord voor. Althans, ik niet.
En vanaf nu heb ik dus een hekel aan de ‘ik-cultuur’ en heb ik weer een taakje bijgeschreven in het fictieve opvoedboekje in mijn hoofd, Mijn dochters mogen geen ‘ikke ikke ikke en de rest kan stikken’ aanleren. Delen, samen spelen, rekening houden met anderen, respect hebben voor anderen, bescheidenheid. En hoe langer ik daarover nadacht: eigenlijk dus alles wat totaal vanzelfsprekend zou moeten zijn.
IK ben het er roerend mee eens !
Allemaal Rémy ( alleen op de wereld) gelezen….