Ik ben overstag. Van mijn geloof gevallen, zo u wenst. Ik ben overgehaald, slim verleid en uiteindelijk onder protest akkoord gegaan. De argumenten waren, zo eerlijk moet ik ook zijn, sterk en overtuigend. Mijn protesten op hun beurt waren te kort, weinig onderbouwd en te veel op emotie gestoeld. Ik moest dus wel toegeven en uiteindelijk heb ik hem zelfs hoogstpersoonlijk opgehaald en vol trots aan de hele buurt laten zien. Het voelde misschien wel als een soort bevrijding. Ik hoef me niet langer te verzetten, ik hoor er eindelijk bij. Dames en heren, het is zover: wij hebben een bakfiets aangeschaft. En dat is niet zo zeer het punt, maar hij is elektrisch. Oef! En ik schaam me er niet eens voor.
Al meerdere malen heb ik hier, maar ook in het dagelijkse leven, mijn bezwaren kenbaar gemaakt tegen een elektrische tweewieler. Althans, voor hen die prima in staat zijn het ijzeren ros gewoon op eigen kracht voort te bewegen. Om gezondheidsredenen voornamelijk maar ik zal mijn argumenten niet gaan herhalen. Een bakfiets is, in mijn verdediging, echter een ander verhaal. Ten eerste zitten daar drie wielen aan (in ons geval dan) en is dat ding een stuk zwaarder. Zeker als je er twee of meer peuters in mikt. En probeer, met die ballast, maar eens de brug bij van der Valk op te komen. Geen beginnen aan, dus een sterk argument om een hulpmiddel mee te laten komen. Een batterij in dit geval.
En eerlijk is eerlijk, het is wel erg prettig om dat gevaarte een beetje fatsoenlijk vooruit te krijgen. We hebben ook niet zomaar een bakfiets, maar de bakfiets waar mijn oudste broer nog mee gereden heeft. Er zit dus ook emotionele waarde aan. Hij is er eens mee op zijn kant beland (die driewielers moet je niet in de zesde versnelling door een scherpe bocht heen jagen) en de sporen daarvan zijn te zien aan het ijzeren frame rond het rechterwiel. Eerst dacht ik: die schuur ik af en maak ik weer zwart, niks aan de hand. Vrij snel daarna dacht ik: nee, die blijven zitten. Dat is een herinnering, een markering die aan die fiets hoort.
Dus wij zijn nu officieel lid van de bakfietsclub, samen met alle andere papa’s en mama’s van Harderwijk met kleine kiddo’s. Tweemaal per week begeef ik me nu dus ’s ochtends in de bakfiets-polonaise richting de opvang. Batterijtje op standje zes, twee kraaiende dochters voorin en gaan met die banaan. En regent het? Niks aan de hand, doen we het regenkapje erop. Ik schaam me er niks voor, ik vind het zelfs heerlijk. Het is zover: ik ben huisje, boompje, beestje, elektrische bakfiets.